Een programma met als rode draad de chaconne en passacaglia, van oorsprong een 16e eeuwse dansvorm in een driedelige maatsoort waarbij op een baslijn gevarieerd wordt. Deze compositie vorm was in de barok erg populair en kende natuurlijk vele versies. Een aantal van deze dansen zit mooi verstopt in de werken van Vivaldi, Purcell, Biber en Couperin.
Ze worden afgewisseld met sonates van Telemann, Fasch en Janitsch. Deze laatste twee componisten zijn wat minder bekend maar schreven bijzonder mooie muziek, die zeker een plaats verdient in concertprogramma’s.
David Rabinovich – viool
Peter Tabori – hobo
Robert de Bree – hobo en blokfluit
Thomas Oltheten – fagot
Marion Boshuizen – klavecimbel